BEELDASPECT VORM
Alles om ons heen heeft een vorm. In kunstwerken ontstaan vormen door kleurvlakken, lijnen, bewerkingen van materialen. Een vaas heeft een ruimtelijke vorm (3D), terwijl een foto een platte vorm (2D) heeft. Een schelp heeft een organische (natuurlijke) vorm terwijl een piramide een geometrische (wiskundige) vorm heeft.
—-
Welke vormen komen erin voor?
Een object heeft een buitenvorm en kan ook nog een zichtbare binnenvorm hebben.
2D
TWEE DIMENTIONAAL
Een platte afbeelding met alleen lengte en breedte, zoals een schilderij, tekening, ets of foto. Kunstenaars gebruiken technieken om diepte te suggereren.
3D
DRIE DIMENTIONAAL
Een ruimtelijk object met lengte, breedte en hoogte, zoals een beeldhouwwerk of sculptuur. Je kunt het van alle kanten bekijken, en de plaatsing in de omgeving speelt ook een rol.
2D
OF PLATTE GEOMETRISCHE BASISVORMEN
Platte vormen die je met een liniaal of passer tekent en waarvan je de zijkant niet ziet.
3D
OF RUIMTELIJKE
GEOMETRISCHE
BASISVORM
Ruimtelijke vormen waarvan je ook de zijkant en bovenkant ziet, zoals een kubus of piramide.
VORMSOORTEN
ORGANISCHE VORMEN
Vormen geïnspireerd door de natuur, zoals planten, dieren en mensen. Vaak vloeiend en rond.
GEOMETRISCHE VORMEN
Strakke vormen zoals een vierkant, driehoek of cirkel, die met passer of liniaal te tekenen zijn. Ze kunnen ook ruimtelijk zijn, zoals een kubus of balk.
SYMMETRISCHE VORM
Een vorm die gespiegeld is langs een denkbeeldige middellijn.
A-SYMMETRISCHE VORM
Een vorm zonder symmetrie of spiegeling.
OPEN VORM
Een vorm waarbij je (deels) door de binnenkant heen kunt kijken, bijvoorbeeld door gaten of uitsparingen.
GESLOTEN VORM
Een dichte vorm zonder openingen, die een massief uiterlijk heeft.
MASSIEF
Een zware, volle vorm die lijkt alsof hij uit één stuk materiaal bestaat, ook als hij hol is van binnen.
VLAK
Een plat, tweedimensionaal oppervlak zonder diepte, met alleen lengte en breedte.
VORM & RESTVORM
De restvorm is de ruimte die overblijft als je een vorm weghaalt. Kunstenaars gebruiken deze wisselwerking vaak in hun werk.
POSITIEVE VORMEN
De daadwerkelijke vorm zelf, het object dat je ziet.
NEGATIEVE VORMEN
De ruimte om en tussen vormen in, die als visueel element kan worden gebruikt.
GRILLIGE VORMEN
Onregelmatige, chaotische vormen zonder duidelijk patroon.
GEDEFORMEERD, DEFIGURATIE of DECONSTRUCTIE
Een vorm die is vervormd, misvormd of uit elkaar getrokken. Dit kan gebeuren door verschuiving, verdraaiing, verkleining of een verandering in proporties. De oorspronkelijke vorm wordt hierdoor sterk gewijzigd of zelfs onherkenbaar.
GESTILLEERDE VORMEN
Een sterk vereenvoudigde vorm waarbij details zijn weggelaten.
GESTROOMLIJNDE VORMEN
Vloeiende vormen zonder uitstekende delen, vaak toegepast in architectuur en voertuigen voor minder luchtweerstand.
GEDETAILLEERD
Een vorm met veel kleine onderdelen en precies uitgewerkte details.
CONTOUR
De buitenste lijn die de vorm van een object aangeeft.
SILHOUET
Een donkere vorm die ontstaat door tegenlicht, waarbij je alleen de omtrek van een persoon of voorwerp ziet. Details vallen weg. en details niet meer zichtbaar zijn.
DECORATIEF
Vormen en patronen die gebruikt worden om te versieren of om iets mooier te maken.
CONTRASTEN > VORMCONTRASTEN
ROND - HOEKIG
Een contrast tussen vloeiende, gebogen vormen (rond) en scherpe, rechte hoeken (hoekig).
GEOMETRISCH - ORGANISCH
Geometrische vormen zijn strak en wiskundig, terwijl organische vormen natuurlijk en onregelmatig zijn.
SYMMETRISCH -
A-SYMMETRISCH
Symmetrische vormen zijn in balans en spiegelbaar, terwijl asymmetrische vormen geen gelijke verdeling hebben.
PLAT - RUIMTELIJK
Platte vormen hebben alleen lengte en breedte, terwijl ruimtelijke vormen ook diepte suggereren.
GRILLIG - STRAK
Grillige vormen zijn onregelmatig en speels, terwijl strakke vormen recht en gecontroleerd zijn.
DUIDELIJK - VAAG
Duidelijke vormen hebben scherpe randen en contrast, terwijl vage vormen zacht en onscherp zijn.
WAT STELT HET VOOR?
FIGURATIEF
Wanneer het beeld een herkenbare voorstelling heeft spreken we ook wel van figuratief.
…
ABSTRACT
Wanneer het beeld geen herkenbare voorstelling heeft spreken we ook wel abstract. of non-figuratief.
…
…
…